Blogs, essays en onderzoeken Hidde Bouwmeester

maandag 8 februari 2021

(Russisch) vertrouwen komt te voet en gaat te paard



“We (Russia and Ukraine) discussed a plan of action for the countries of Eastern Europe to cooperate with NATO in a way that would not be at the expense of Russia and also a plan of action for Russia to join NATO.”[1] Omdat Jeltsins uitspraak uit 1993 mijlenver afstaat van de huidige positie die Rusland inneemt tegenover de NAVO, gaat dit artikel in op de vraag hoe de Russische oppositie tegen de NAVO-uitbreiding te verklaren is.

Sinds de jaren negentig is de Russische weerstand tegen de NAVO-uitbreiding gegroeid en is die  onder Poetin überhaupt onbespreekbaar geworden. Om de Russische weerstand en ongenoegen tegen de NAVO-uitbreiding in het heden te kunnen begrijpen, wordt in dit artikel de eerste uitbreidingsronde van de NAVO in 1999 geanalyseerd. Sinds augustus 2020 gaan betogers in Minsk de straten op om hun ongenoegen tegen de verkiezingsfraude van president Lukashenko te uiten. De Russische media en Poetin roepen onmiddellijk dat dit een poging is om Belaroes uit de Russische invloedsfeer te trekken, zodat Minsk kan toetreden tot de NAVO.[2] Dit laat zien dat de oppositie tegen een mogelijke NAVO-uitbreiding, zelfs ver in de toekomst een van de speerpunten van Poetins buitenlandsbeleid is. Daarom is dit onderzoek van maatschappelijk belang om de oorsprong van deze oppositie te verklaren.                                                                                                                                           

 

Tegenwoordig beroept Rusland zich op het feit dat de NAVO zou hebben toegezegd dat ze niet naar het oosten zouden uitbreiden. Dit is door historici lang afgedaan als Russische propaganda. Ook de kritiek van Rusland dat hun zorgen over de NAVO-uitbreiding nooit serieus zijn genomen, is door historici genegeerd of zelfs weersproken. Zo heeft Mark Kramer deze bezorgdheid bestempeld als ‘populistische retoriek van het Kremlin.’ Sinds 2017 kunnen historici hier echter met een andere blik naar kijken, doordat het National Security Archive de gesprekken tussen Gorbatsjov en de regering van Bush sr. online beschikbaar heeft gesteld.[3] Daarnaast heeft de regering van Bill Clinton ook allerlei gesprekken met buitenlandse leiders gepubliceerd, waaronder de gesprekken tussen Clinton en Jeltsin. Mijn bijdrage aan het debat is dat ik vooral gebruik maak van deze bronnen die pas sinds 2017 beschikbaar zijn. Dit stelt me in staat om de audiovisuele bronnen nu in geschreven versie te analyseren en me daardoor te behoeden voor een mogelijke interpretatiefout, doordat Russische diplomaten met een zwaar Russisch accent Engels spraken.

 

Een beperking van dit onderzoek is echter dat alle beschikbare archieven Angelsaksisch gekleurd zijn, omdat ik het Russisch niet machtig ben. Helaas bleken veel Russische vertalingen waarnaar wetenschappelijke teksten verwezen een levertijd te hebben van drie weken of langer ten gevolge van COVID-19, waardoor ik niet alle bronnen heb kunnen inlezen. Hierdoor ben ik afhankelijk van analyses die over deze Russische auteurs zijn gedaan, zoals Dunlop en Smeets die de publicaties van Russische denkers beschreven en Lieven die het Russische debat over de NAVO-uitbreiding weergeeft.                                                                                                                                                      

 

Daarom heb ik bij de derde onderzoekvraag, -op welke manier probeerde Rusland haar zorgen kenbaar te maken en wie probeerde ze daarmee te bereiken?-  de nadruk gelegd op auteurs met een Oost-Europese achtergrond in The New York Times en Foreign Policy. Daarnaast heb ik enkele interviews weten te vinden van Russische politici en diplomaten het Russische perspectief weergeven. Daarom zal de nadruk op de Russische auteurs liggen die ik wèl heb kunnen lezen, om zodoende het Atlantische perspectief niet te laten overheersen. Een andere beperking van dit onderzoek is dat er in de secundaire literatuur naar persberichten wordt verwezen, waarvan de link inmiddels niet meer bestaat, zoals de verwijzingen naar persbureau TASS.

 

Desalniettemin hoop ik dat ik in dit artikel kan uitleggen wat de Russische reacties op de aanstaande NAVO-uitbreiding waren in 1999 en op welke manier deze te verklaren zijn. Mijn hypothese is dat Rusland zich zowel geopolitiek als mentaal bedreigd voelde: Rusland voelde zich mentaal bedreigd door het vervallen van de gekoesterde bufferzone en in geopolitieke zin was het gevaar dat Kaliningrad nu grensde aan de NAVO, oftewel Polen. Dit betoog stelt zich ten doel om inzicht te bieden in hoe de kritiek op de NAVO-uitbreiding in Rusland is ontstaan en welke verklaringen daarvoor aan te wijzen zijn. En om daarmee ook mijn hypothese te checken. 

 

Van tankman-Jeltsin naar tsaar Boris 

In hoeverre beïnvloedde de binnenlandse politieke context de positie die Rusland innam ten opzichte van de NAVO-uitbreiding? Om hier antwoord op te geven, is een schets van de toenmalige situatie in Rusland onontbeerlijk: in 1989 was het IJzeren Gordijn gevallen, werd Duitsland herenigd en in 1990 en in 1991 hielden de Sovjetunie en het Warschaupact op te bestaan. Ten gevolge van de glasnost en perestrojka ging de hele beerput open aan leugens die de Sovjetpropaganda jarenlang had verspreid. Uiteindelijk besloot Boris Jeltsin als leider van de Sovjetrepubliek Rusland om in 1991 uit de Sovjetunie te stappen. Het vroege optimisme van Jeltsin maakte echter snel plaats voor een desillusie voor de Russische beleidsmakers. Jeltsins minister van binnenzakken en vicepremier Jegor Gaidar voerde de shocktherapie door, dientengevolge moest Rusland een van de grootste economische crisissen zien te beteugelen die het land ooit had gekend. Dit was een ernstige aanval op de bestaanszekerheid van miljoenen Russen die veel gelijkenissen met de economische crisis van de jaren dertig vertoonde.

 

De schappen stonden leeg, lonen werden niet of te laat uitbetaald en de maffia nam de macht over in de straten. Vanaf 1992 dreigde er zelfs een hongersnood te ontstaan, omdat de Russische overheid het onderhoud aan de gas en waterleiding niet meer kon betalen en hele regio’s zonder water, gas en licht kwamen te zitten. In Russische winters kan het kwik tot dertig graden onder nul dalen, dus dit zou mensenlevens kosten. Bovendien steeg de inflatie door Gadjars premier voorgestelde shocktherapie, waarbij de prijscontrole werd losgelaten en tussen december 1992 en januari 1993 de inflatie met ruim 350 procent steeg. Een brood kostte in december 1992 vijf roebel, maar een maand later kostte dit 17,50 roebel, terwijl het gemiddelde maandsalaris van 1600 roebel gelijk bleef. [4]  Ondanks dat een nationale hongersnood een reëel doemscenario leek te worden, hield Jeltsin vast aan dit beleid dat werd beschouwd als een kamikazeactie, aldus concludeerde Ruslandcorrespondent voor Elsevier in de jaren negentig, Wierd Duk.[5]                                                         

 

Ook op militair niveau waren er problemen. In 1991 riep de Tsjetsjeense deelrepubliek hun onafhankelijkheid uit en werd er de shariawetgeving doorgevoerd, zonder dat Rusland er iets tegen kon doen. [6] In 1994 probeerde het Russische leger deze opstandige provincie te heroveren, maar werden ze in de pan gehakt door Tsjetsjeense rebellen.[7] Een blamage van jewelste voor het aanzien van het Russische leger.                                                                                                                                   

 

Naast deze militaire crisis had Jeltsin eigenhandig ook een constitutionele crisis weten te ontketenen, door zijn afkondiging ‘periode van bijzonder presidentieel bewind.’ Hij kreeg zelfs de ironische bijnaam Tsaar Boris toegekend (afgeleid aan de Bulgaarse Tsaar Boris), nadat Boris Jeltsin militair geweld tegen het parlement had ingezet. Op 25 april 1993 had Jeltsin namelijk in een televisietoespraak  ‘een periode van bijzonder presidentieel bewind’ afgekondigd. Volgens de oppositie ging Jeltsin hiermee zijn bevoegdheden te buiten.[8] Zelfs zijn vicepresident Roetskoj had zich tegen zijn president gekeerd. Jeltsin had het parlement ontbonden en daarop hadden parlementariërs, inclusief Roetskoj, besloten om het parlement te bezetten. Dit leidde er uiteindelijk toe dat Jeltsin elitetroepen en tanks inzette om de opstandige parlementariërs uit het parlement te laten verwijderen.[9] De oppositie stelde naar aanleiding hiervan een afzettingsprocedure tegen Jeltsin in. De vereiste tweederde meerderheid om de afzettingsprocedure te formaliseren werd echter net niet gehaald. Daarnaast werd de regering Jeltsin corruptie verweten: staatsbedrijven waren voor een habbekrats verkocht aan bevriende oligarchen. De communistische oppositie stelde zelfs dat Jeltsin de Russische belangen had verkocht voor een nietszeggende zetel bij de G7.[10]                                

 

De NAVO-uitbreidingsgesprekken zouden snel tot kritiek en gefronste wenkbrauwen leiden in de Russische Doema. Taras Kuzio, politicoloog en specialist in veiligheidsaangelegenheden in Oost-Europa, stelde in 1997 dat de NAVO-uitbreiding niks met electoraal gewin te maken had, maar een fundamentele koerswijziging betekende voor Rusland, namelijk het verval van het Groot-Russische Rijk.[11] In 2001 concludeerde Peter Shearman, Oost-Europa deskundige en voormalig Labour-parlementslid echter dat van links tot rechts, van Jeltsingezind tot hardline oppositieleden, iedereen in de Doema verwierp de NAVO-uitbreiding. Het had te maken met identiteit en niet met het verlies van een imperium, dat was iets voor de elite. Het was geen veiligheidscrisis, maar een nationale identiteitscrisis die veroorzaakt werd door de aanstaande NAVO-uitbreiding. Een opiniepeiling ondersteunt deze analyse. De meeste Russen zagen de NAVO-uitbreiding niet als een militaire dreiging, maar als een aantasting van hun identiteit: Rusland als hoeder van Oost- en Centraal-Europa. De NAVO-uitbreiding tastte de identiteit van Rusland aan en dat was dus een binnenlandse aangelegenheid.[12] David Schimmelpennick schreef in zijn boek Russian Orientalism, dat Rusland door het Westen sinds de zestiende eeuw als wilden en primitieven werd beschouwd. Russia’s exoticism, eastern geography, and frequently repressive rule have continued to encourage the Western view that it is essentially Asian.’ [13] Hiermee beschrijft de auteur dat het Westen Rusland ziet als een land waar moderniteit het altijd verloor van traditionalisme.                                                              

 

Russisch defensiespecialist, Vyacheslav Gorskii, stelde in zijn rapport in 2001 dat ten tijde van de NAVO-uitbreiding Jeltsin flink onder druk werd gezet door de nationalisten en communisten. De communistische leider Gennadi Zjoeganov betoogde namelijk dat de aanstaande NAVO-uitbreiding van Polen het failliet van Jeltsins buitenlandbeleid illustreerde en dat de Russische president zich had laten inpakken door zijn Amerikaanse ambtgenoot. Bovendien zou elke samenwerking of compromis met de NAVO landverraad zijn van een Russische president. De NAVO-uitbreiding werd bovendien over de verkiezingen getild. Hierdoor moest Jeltsin enigszins naar de oppositie opschuiven stelde Vyacheslav Gorskii in zijn rapport.[14] Hans Oversloot betoogde in zijn proefschrift dat zelfs vertrouwelingen in Jeltsins regering hun steun introkken als de NAVO-uitbreiding werd doorgezet. Er was dus sprake van een potentiële kabinetscrisis die ontstond door de NAVO-uitbreiding.[15]

 

Geopoliticoloog aan de universiteit van Uppsala, Eliaz Götz, stelde in 2019 dat de identiteitscrisis tezamen met de economische crisis de speelruimte van Jeltsins Rusland beperkten. Dit kwam doordat Rusland geld leende bij dezelfde mensen als die NAVO-uitbreiding bepleitten: de lobbyisten van Wall Street.[16] Bovendien deed de NAVO-uitbreiding de illusie teniet dat Rusland nog een grootmacht was. De identiteit van Rusland verdween met de NAVO-uitbreiding. Rusland moest opzoek naar een nieuw verhaal om Rusland een plek in de nieuwe wereld te geven, concludeert Götz in zijn artikel.[17]

 

Daarom zorgde de val van het communisme voor een terugkeer naar het orthodoxisme als antwoord op onzekerheid, concludeerde Hans Bagger. Hierbij zouden Rusland, Oekraïne, Belaroes en Georgië de kern vormen van de orthodoxe identiteit. Aartsbisschop Alexei Luyvenaij stelde dat Rusland geen Rusland kon zijn zonder orthodoxie. De vrees in de Russische politiek was vooral dat een tweede NAVO-uitbreiding mogelijk ook Oekraïne zou kunnen betreffen. Bagger stelde dat dit een aanval op de Russisch-orthodoxe ziel zou zijn.[18] Kiev wordt ook wel als de culturele hoofdstad van het Oost-Orthodoxe geloof beschouwd.[19] Kuzio zette dit argument kracht bij. Hij constateerde dat de oppositie tegen de NAVO-uitbreiding zich niet beperkte tot Moskou. In 1994 uitte Lukashenko kritiek op de NAVO-uitbreiding, evenals Jeltsin die dit pas vanaf zijn tweede presidentstermijn zou doen, nadat duidelijk werd dat Rusland geen NAVO-lid kon worden. Kortom, de opvolgers van de Sovjetunie kregen te maken met het verwerken van het verlies van the Empire.[20]

              

Identiteitscrisis of geopolitiek?

Dan de tweede vraag: hoe werd de NAVO-uitbreiding in internationale en geopolitieke zin ervaren door Russische politici en (Russische) experts? Of er consequenties waren of niet, al snel bleek dat Rusland weinig speelruimte had om te onderhandelen over de NAVO-uitbreiding. In Clintons bekende speech uit 1996 in Detroit tijdens Clintons herverkiezingscampagne, blijkt dat er ook geen weg terug meer was toen Clinton zei:

I know that some in Russia still look at NATO through a Cold War prism and, therefore, look at our proposals to expand it in a negative light.(…) NATO will promote greater stability in Europe and Russia will be among the beneficiaries.‘[21]

 

Amerikaanse diplomaten hadden in 1995 al verklaard dat de NAVO-uitbreiding niet gericht was tegen Rusland. [22] De speech was onlosmakelijk verbonden met Clintons herverkiezingscampagne en zowel in swingstate Michigan als Ohio woonde een aanzienlijke Hongaarse minderheid. Deze Hongaarse Amerikanen wilden wellicht dat Amerika vaart zette achter de NAVO-uitbreiding. Hiermee was de NAVO-uitbreiding in feite een verkiezingsbelofte van Clinton. De reactie op deze speech en de aanstaande de NAVO-uitbreiding van de directeur van geopolitieke studies in Rusland was ‘jullie denken dat we blind en doof zijn.´[23] Mijns inziens ontstond de woede voornamelijk, doordat Polen expliciet aangaf dat de NAVO-uitbreiding bedoeld was om ´Russisch-imperialisme te ontmoedigen’.[24] Hardliners in het Russische leger stelden als reactie hierop dat er nucleaire wapens in Kaliningrad geplaatst moesten worden, om West-Europa van de ernst te doordringen hoezeer een NAVO-uitbreiding in Rusland  als bedreigend werd ervaren.[25] Rusland kreeg het gevoel dat de NAVO-uitbreiding doorgedrukt werd, omdat Rusland destijds zwak was. Jeltins opperbevelhebber Alexander Lebed stelde bovendien ‘there is no enemy and there is no target.’ [26] De veldmaarschalk vroeg zich sterk af wie er neo-imperialistisch gedrag vertoonde, Rusland of de Verenigde Staten?[27]

 

In de vrijgegeven gesprekken tussen Jeltsin en Clinton betoogde Clinton dat de Polen Jeltsin als bondgenoot beschouwden. Echter, Polen was bevreesd dat indien een nationalistische president gekozen zou worden in Rusland, de Poolse veiligheid alleen door de NAVO gegarandeerd kon worden, stelde Clinton. Bovendien eisten de Republikeinen in de VS dat president Clinton de NAVO-uitbreiding moest versnellen. Aan de andere kant verzocht Boris Jeltsin Clinton om de NAVO-uitbreiding uit te stellen of zelfs af te stellen. Clinton stelde echter dat de NAVO-uitbreiding vertraagd noch versneld zou worden. Hij koos hierdoor voor de gulden middenweg, zonder een derde partij te bevoordelen boven de andere. De Republikeinen wilden dat de NAVO-uitbreiding zich liever vandaag dan morgen voltrok, terwijl Jeltsin die uitbreiding wilde uitstellen tot na 2000, blijkt uit de gedocumenteerde telefoongesprekken tussen Jeltsin en Clinton uit 1995.[28]                                             

 

In datzelfde jaar publiceerde hoogleraar buitenlandse conflicten, Anatol Lieven, een essay in The Atlantic waarin hij stelde dat hij de Russische kritiek op de NAVO uitbreiding begreep. [29] Rusland was sinds de val van Sovjetunie een derde van haar grondgebied kwijtgeraakt en men kon het nieuwe Rusland niet meer tot een wereldmacht rekenen. Angela Stent concludeerde in haar boek bovendien dat Rusland de afgelopen 400 jaar nog nooit zo klein geweest was.[30] Lieven stelde dat gebieden die historisch, maar vooral mentaal als Russisch werden beschouwd nu plots Wit-Rusland en Oekraïne waren geworden. Marc Jansen liet zien dat ook voor Oekraïners de onafhankelijkheid in 1991 als een complete verrassing kwam in 1991. De meeste Oost-Oekraïners beheersten bovendien het Oekraïens onvoldoende.[31] Lieven stelde dat het een probleem was dat de Russische economie afhankelijk was geworden van de grillen van Westerse leningen, waardoor de Russische volksvertegenwoordiging hun kritiek op de NAVO-uitbreiding moeilijk kon uiten. De NAVO-uitbreiding zou naast een identiteitscrisis een vernedering zijn voor een land dat historisch trots was op haar moederland. Bovendien zou dit een bevestiging zijn dat Rusland de Koude Oorlog had verloren. Tot slot zou dit voor Rusland een signaal zijn dat het Westen Rusland nog steeds als vijand zag.[32]                                                                                                                                                                                     

Militair had Rusland echter weinig tot niets te verliezen voor een NAVO-uitbreiding, omdat tegenwoordig een bufferzone zinloos is geworden ten gevolge van de modernisering van hedendaagse legers, concludeerde Lieven.[33] Lebed stelde in 1995 dat de daadwerkelijke schade ontstond toen de Verenigde Staten de Sovjetunie in 1990 hadden beloofd dat de NAVO niet naar het oosten zou uitbreiden. Deze bewering wordt ondersteund sinds de vrijgegeven gesprekken tussen Gorbachov en topdiplomaat van Bush, sr. James Baker. Baker beloofde Gorbachov op 9 februari 1990 dat de NAVO niet naar het oosten zou uitbreiden.[34] Lebed vroeg zich af hoe Rusland de NAVO nog op haar woorden kon vertrouwen als ‘garanties’ toch niet werden nagekomen. Realiseerde het Westen zich wel dat Rusland vooral bevreesd was voor het groeiende anti-Rusland sentiment in deze Visegrád-landen?[35] Lieven schreef in 1995 ook een essay waarin hij stelde dat het probleem van de uitbreiding vooral een formalisering was van dat de Sovjetunie de Koude Oorlog had verloren; daarmee vernederde de NAVO Rusland in haar ziel. Eigenlijk was sinds de val van de muur Rusland haar invloed op alles ten oosten van de Wolga verloren. Het NAVO-lidmaatschap voor met name Polen was een vernedering voor veel Russen.[36]                                                                                                                   

Mark Kramer, hoogleraar in Wageningen, schreef in 2009 een wetenschappelijk artikel waarin hij stelde dat historici het document waarin Baker Gorbachov garanties verleende de NAVO niet zou uitbreiden naar het oosten foutief interpreteerden. Hij concludeerde dat de gedane beloftes aan Gorbatsjov niet zonder het bestaan van het Warschaupact geanalyseerd kunnen worden. Geen enkele diplomaat durfde destijds de NAVO-uitbreiding naar de Sovjetinvloedsferen uit te breiden, maar door de val van de Sovjetunie hield het Warschaupact op te bestaan en ontstond er een nieuwe realiteit. Daarom beweerde Kramer dat het schenden van gedane beloftes ‘populistische retoriek was vanuit Rusland’. Kramer betoogde dat toen deze toezeggingen gedaan werden, zowel de Sovjetunie als het Warschaupact nog bestonden en niemand in het Westen een NAVO-lidmaatschap aan een Warschaupact-lidstaat overwoog. Sinds deze militaire concurrent van de NAVO implodeerde en de Sovjetunie uiteenviel, ontstond er een machtsvacuüm en het waren bovendien niet de Verenigde Staten, maar de Visegrád-landen zelf die lid wil worden.[37]                                                                 

Ik begrijp als historicus dat je de toezeggingen die gedaan zijn niet los te zien zijn van het bestaan van het Warschaupact en de Sovjetunie. Toch beschouwde Rusland deze toezeggingen als serieus. Dus toen Polen NAVO-lid werd, ervoer het Russische publiek dit als iets dat leek op bedrog, terwijl de NAVO formeel dit recht had. Ik kan me dus vinden in de woorden van de Russische diplomaat Pushkov die in april 1997 beweerde dat de NAVO-uitbreiding niet als een geopolitieke dreiging, maar als een diplomatieke dreiging werd ervaren door Rusland. Dat kwam volgens de voormalig senator van de Doema doordat Rusland het gevoel kreeg dat er eenzijdig over de gezamenlijke veiligheid in Europa werd besloten. De Verenigde Staten bepaalden zonder compromis of overleg dat de NAVO-uitbreiding zou gebeuren. Clinton stelde ook dat het de vraag niet was of, maar wanneer de NAVO-uitbreiding zou plaatsvinden. Een nieuwe Europese veiligheidsstructuur zou hoe dan ook moeten worden opgebouwd na het uiteenvallen van het Warschaupact. Pushkov bekritiseerde in zijn essay dat de Verenigde Staten de NAVO als ´neutraal´ bombardeerden, terwijl deze veiligheidsorganisatie de westerse wereldorde symboliseerde en daarmee allesbehalve als een neutrale partij kon functioneren. Dit creëerde groot wantrouwen onder de Russische bevolking, zo stelde Pushkov. Daarom betoogde de Russische diplomaat dat er alleen een stabiele Europese veiligheidsstructuur gerealiseerd kon worden als er overeenstemming bereikt werd, waarin zowel de Doema als de Amerikaanse Senaat zich in konden vinden. Niet de Russische president, maar het Russische electoraat moest akkoord gaan, aldus Pushkov.[38]         

 

De NAVO-uitbreiding onder de toenmalige omstandigheden zorgde enerzijds voor het gevoel van een vernedering en anderzijds gaf het Rusland het gevoel dat ze diplomatiek geïsoleerd ofwel genegeerd werden. Deze isolatie was aanleiding voor toonaangevende Russische denkers om voor te stellen om in Kaliningrad kernkoppen te stationeren en zich terug te trekken uit kernwapenbeheersingsverdragen, zoals SALT II. Russische kritiek werd immers toch terzijde wordt geschoven, concludeerde Götz in zijn artikel.[39] Diplomaat Pushkov beschreef dat er voor Boris Jeltsin een situatie was ontstaan waarin hij gezien zijn broze draagvlak onmogelijk een NAVO-uitbreiding in deze vorm kon verkopen aan het Russische electoraat.[40] Jeltsin schreef mede daarom een brief aan het Amerikaanse Congres. Hij deed een poging om de zorgen bij Oost- en Centraal-Europese landen weg te nemen door hun veiligheid te garanderen.[41] De Minister van Buitenlandse Zaken van Bill Clinton, Steve Warren, stelde echter in een verklaring dat de NAVO-uitbreiding er hoe dan ook zou komen. De uitbreiding was immers bedoeld om democratieën in Oost- en Centraal-Europa te ondersteunen.[42] Diplomaat Pushkov gaf aan dat hoewel de NAVO aan geen enkele wet was gebonden, het opbouwen van een gezamenlijke veiligheidsstructuur een diplomatiek isolement van Rusland voorkwam.[43] Het gevaar van een isolement werd versterkt, doordat in Polen en Hongarije openlijk geluiden klonken dat Rusland mogelijk neo-imperialistische neigingen kon ontwikkelen.[44] Hier was geen direct bewijs voor, maar door de militaire campagne in Tsjetsjenië enerzijds en de verkiezingswinst van de nationalisten anderzijds, kan ik me hun angst hiervoor wel indenken.                   

Jeltsin stelde in zijn brief van 1993 al dat de NAVO-uitbreiding juist de nationalisten een steun in de rug gaf. Een NAVO-uitbreiding zou volgens de Russische president een verkeerd signaal zijn. Bovendien zou het betekenen dat Rusland nog steeds als het gevaar werd gezien door Washington. Jeltsin sprak daarom zijn zorgen uit, dat hiermee het ideaal van Gorbachov en Reagan voor één gezamenlijk en stabiel Europa vervlogen was.[45] Jeltsin kreeg gelijk, want bij de verkiezingen van 1994 boekten de nationalisten een flinke winst. Directeur van Raam op Rusland Hubert Smeets merkte terecht op dat vanuit de perceptie van Oost- en Centraal-Europa, Jeltsins garanties niet werden vertrouwd.[46] Gezien de ontwikkelingen van de afgalopen vijftien jaar, lijken de zorgen van Hongarije en Polen geheel terecht zijn geweest. Ook de veiligheid van Oekraïne en Georgië werd door Rusland gegarandeerd, maar in 2008 reden de tanks door Tbilisi, in maart 2014 werd de Krim geannexeerd en werd Oost-Oekraïne in de zomer van 2014 een vazalstaat van Moskou.

               

Vanuit Russische optiek was de kritiek op de NAVO-uitbreiding begrijpelijk: Jeltsin verklaarde in 1995 aan president Clinton dat de boodschap om enerzijds NAVO-uitbreiding te aanvaarden en anderzijds een economisch hulppakket te krijgen van de Verenigde Staten er voor de Russische publieke opinie uitzag als omkoping, evenals de aangeboden zetel in de G7. Jeltsin stelde daarom voor om de NAVO-uitbreiding over de verkiezingen te tillen, omdat dit anders slecht zou vallen. Als de communisten hiervan konden profiteren, dan was het gedaan met de privatiseringshervormingen. Clinton stelde echter dat in zijn eigen land de Republikeinen spoed achter de NAVO-uitbreiding eisten, terwijl Jeltsin nu vertraging vroeg. Clinton zei dus dat hij vertraging noch versnelling van het proces zou aanvaarden. Aan het einde van het gesprek vroeg Jeltsin of het mogelijk was dat de Verenigde Staten konden garanderen dat landen uit de voormalige Sovjetunie geen lid van de NAVO zouden worden. Dit hoefde niet publiekelijk worden gemaakt. Bill Clinton wees dit echter regioreus af. [47] Zoals eerder beschreven, voelde de NAVO-uitbreiding als de formalisering van het verlies van de Koude Oorlog. Het voorkomen van een NAVO-uitbreiding naar Oekraïne en de Baltische landen zou een complete vernedering voorkomen, lijkt het idee te zijn geweest. Het gesprek laat zien dat ondanks dat Jeltsin een van de meest pro-Amerikaanse Russische politici was en een goede relatie met Clinton had, dat hij toch kritisch was op de NAVO-uitbreiding.

               

Angela Stent stelde dat westerse analisten die NAVO-uitbreiding bepleitten te weinig kennis hadden over Rusland, waardoor ze zich onvoldoende realiseerden wat de impact van de NAVO-uitbreiding kon betekenen. Het zelfbewustzijn van Rusland werd gekrenkt. De zogenaamde bufferzone was voor het idee van een ‘bunker’ essentieel. Een ander probleem was het NATO Partnership for Peace (PfP) pact stelde Angela Stent. Hierin werd een in 1994 een samenwerkingsverdrag getekend tussen de NAVO en aspirant NAVO-leden, waaronder Rusland. Door Rusland hierbij geen uitzonderingspositie te geven werd haar status als wereldmacht feitelijk ontkend. Dit krenkte de Russische trots. [48] De communistische leider Zjoeganov vond dat Jeltsin zich tevreden had gesteld met een troostprijs, toen Jeltsin instemde met de NAVO-uitbreiding. Stent stelde bovendien dat het gevoel van Rusland dat de NAVO-uitbreiding tegen hen was gericht, allesbehalve onterecht was. Toen Tsjechië, Polen en Hongarije lid waren geworden van de NAVO in 1999, werd in datzelfde jaar Servië gebombardeerd. Het Westen juichte in 1999 de uitbreiding en de val van Milošević als ‘een overwinning voor vrijheid en democratie.’ In Rusland hield men hier een hele nare smaak aan over en voorzag Jeltsin nieuwe confrontatie tussen oost en west. [49]

 

Het Kremlin sprak steeds in op de voicemail

Dit laatste deel van het artikel zoomt in op hoe Russische experts Amerika probeerden te overtuigen dat de NAVO-uitbreiding een verkeerde keuze was, indien Rusland daar niet bij mocht horen en Polen en Hongarije wel. Rusland probeerde daarom haar zorgen over de NAVO-uitbreiding via de westerse media kenbaar te maken, toen het op politiek vlak geen effect bleek te hebben. Sterker nog, aanvankelijk wilde Rusland niet alleen goede betrekkingen met het Westen onderhouden, Jeltsin vroeg hoogstpersoonlijk of Rusland geen NAVO-lid kon worden.[50] Auteur bij Foreign Policy en onderzoeker aan de Cambridge universiteit, Sergey Radchenko, schreef in een essay dat historici beweerden dat Rusland vanuit religieus-nationalistische overwegingen kritiek uitte op de NAVO-uitbreiding en dat de Verenigde Staten weinig te verwijten viel. [51] Toch wilde Jeltsin tot 1993 lid worden van de NAVO, omdat dit de perceptie in het Russische debat ten goede zou komen. [52] Radchenko schreef in zijn artikel hoe de Russische poging tot samenwerking met de Verenigde Staten uitliep in een Russische vernedering. Rusland wilde NAVO-lid worden om twee redenen. Allereerst ging het om het zoeken naar een gezamenlijke veiligheidsstructuur, maar nog belangrijker was het tweede element en dat was dat de NAVO werd beschouwd als een prestigesymbool. Daarom wilde Rusland graag als eerste lid worden van de NAVO. Dit argument wordt ondersteund door de uitgeschreven gesprekken tussen Jeltsin en Clinton.[53] Het komt wellicht wat naïef over, maar het symboliseert de bereidheid en drang van Rusland om na de Koude Oorlog een gezamenlijke Europese veiligheid vorm te geven. Jeltsin realiseerde zich echter niet dat de Verenigde Staten Rusland niet nodig hadden om een veiligheidsstructuur op te bouwen. In begin jaren negentig werd Rusland geen lid van de NAVO, maar werd een partner van de NAVO. Desalniettemin ging Jeltsin akkoord met de NAVO-uitbreiding van Tsjechië, Polen en Hongarije, omdat Rusland als partner werd beschouwd. De burgeroorlog in Joegoslavië deed echter het partnerschap als marketingtruc aanvoelen voor Rusland.[54]                                                                                                                                                                              

De Verenigde Staten stelden zich namelijk op als curator en oppas van Rusland. Toen Rusland in de VN-Veiligheidsraad tegen de sancties tegen Servië stemde in 1994, kwam onder andere Tony Blair hen vertellen dat ´dit niet de bedoeling was.´ Het was niet het feit dat de NAVO kritiek had op het handelen van Rusland, stelde Doemavoorzitter Lukin en Russisch ambassadeur in de Verenigde Staten. Het was de manier waarop bijvoorbeeld Tony Blair Rusland paternalistisch kwam vertellen dat als Rusland niet ´juist stemde´, dat hiermee de leningen aan Rusland heroverwogen zouden kunnen worden. Een tweede kwestie van ernst was dat het ‘partnerschap’ in twijfel getrokken door onder andere Lukin, die destijds ambassadeur in New York was, toen de NAVO Belgrado bombardeerde en Rusland pas een dag later hierover inlichtte, terwijl Rusland zogenaamd ´de strategische partner´ van NAVO was. Lukin vroeg zich echt af, wat voor partner Rusland nu precies was. Het Russisch prestige werd hiermee compleet miskend, stelde de ambassadeur. [55]                             

 

Achteraf blijkt dat niet alleen politici, maar ook zakenlieden teleurgesteld waren in het Westen en met name in de Angelsaksische landen. Uit het in 2001 verschenen kritische rapport van Groskii over de relatie tussen Rusland en de Verenigde staten blijkt dat Russische zakenlieden en diplomaten gehoopt hadden dat Rusland als gelijkwaardige partner behandeld zou worden. Ze veronderstelden dat Rusland op termijn onderdeel kon worden van de Atlantische familie, maar Rusland werd nooit als een bondgenoot of partner beschouwd, concludeerde het rapport.[56]                         

 

Het rapport vertoont raakvlakken met Schimmelpennicks betoog, die concludeerde dat het idee in het Westen bestaat dat modernisme altijd het onderspit moest delven tegenover traditionalisme. Dimitry Sidorov, politicoloog aan de universiteit van Moskou, vulde onbedoeld dit frame aan, doordat hij in 1995 stelde dat Rusland na de val van het communisme op zoek moest naar een nieuw verhaal. Deze nieuwe identiteit zou voornamelijk een terugkeer naar het orthodoxe geloof zijn, vermengd met (neo)panslavisme en nationalisme. Traditionalisme dus. Hierin speelden twee belangrijke historische gebeurtenissen een sleutelrol: allereerst de scheuring tussen de katholieke en orthodoxe kerk in 1054 en ten tweede de val van Constantinopel in 1453, waardoor het tweede Rome, Constantinopel, werd opgevolgd door Moskou als het derde Rome. Na de val van het communisme vulde Rusland dit in als het verdedigen van de christelijke waarden tegen het heidense West-Europa. Er was dus volgens het Russische idee een voortdurend conflict tussen het Westen en Rusland: in de middeleeuwen een conflict met het katholicisme en na de val van het communisme een conflict met het westerse liberalisme. De westerse waarden waren onverenigbaar met de Russische waarden. [57] Traditionalisme werd dus verkozen boven modernisme.                                                    

Ook politiek-filosoof Alexsander Doegin vond dat de oeroude Russische waarden geprefereerd moesten worden, boven de kapitalistische en liberale Angelsaksische waarden. In 1997 schreef hij een geopolitiek handboek waarin hij betoogde dat de Euraziatische en de Atlantische cultuur in een ideologische tweestrijd verwikkeld waren, waarin slechts één van de twee culturen het recht zou krijgen om de globale wereldcultuur te bepalen. In dit Spengleriaanse toekomstbeeld veronderstelde de langbaardige politiek-filosoof dat de Russische cultuur wegkwijnde als democratie en liberalisme volledig geaccepteerd werden. De ‘Atlantische anaconda’ probeert culturele dominantie in de voormalige Sovjetunie te verwerven, concludeerde Doegin in 1997.[58] Stafchef van George Bush sr. stelde in december 1993 dat het doel van de NAVO was om de liberale en democratische orde te verspreiden naar Oost-Europa.[59] Hiermee werd Doegins vrees voor westerse culturele hegemonie in Europa weliswaar versterkt, maar Doegins invloed moet niet worden overschat, beantwoordde Hubert Smeets op mijn vraag hoe invloedrijk Doegin eind jaren negentig was. De anti-Amerika retoriek was al een eeuw oud, beantwoordde de directeur van Raam op Rusland.[60] Het is natuurlijk verleidelijk om een politiek-filosoof met een Raspoetinachtig uiterlijk grote invloed toe te dichten.                                                                                                                                                 

Maar ook progressief-liberale liberale schrijvers, zoals bijvoorbeeld Boris Vasilev, waren van mening dat het Westerse model van natie en democratie niet zou werken. Vasilev beweerde begin jaren negentig dat Russen zich nimmer tot een natie hebben ontwikkeld, maar nog steeds, zoals in de negentiende eeuw, onderdanen waren van de tsaar en nu waren ze dat van de staat. Een van de coupplegers van de mislukte staatsgreep in 1991, Loekjanov, stelde: “De scheiding der machten, parlementaire democratie en de rechtsstaat, dat is de westerse invulling van democratie. De staat is bij ons een gebruik op basis van traditie en het recht is bij ons de belichaming van de politiek.” Een opiniepeiling uit 1993 toonde aan bijna de helft Loekjanovs mening deelde.[61]  

 

Toch waren er ook westerse academici die het Russische perspectief en ongenoegen begrepen. Anatol Lieven, hoogleraar Oost-Europese studies aan de Georgetown University, stelde in 1996 dat in de Poolse en Hongaarse media er continu werd gesproken over ‘het indammen van mogelijk Russisch neo-imperialisme’, maar tegelijkertijd werd gesproken over dat de NAVO-uitbreiding niet tegen Rusland was gericht. ‘De bezorgdheid van Rusland om enerzijds als de vijand en anderzijds diplomatiek geïsoleerd te raken kan ik goed begrijpen’, aldus Lieven in 1996. Rusland voelde zich duidelijk weggezet als de vijand, als je het discours in Polen en Hongarije volgt, kan je niet anders dan concluderen dat het een neo-containmentpolitiek is.[62] Jeltsin beklaagde zich hierover bij Clinton en stelde ‘Russia is not a threat to anyone.’[63] Lieven waarschuwde dat het Westen moest uitkijken dat Rusland zich niet weggezet zou voelen als vijand. Hierdoor zouden zelfs pro-Amerikaanse Russen in verzet komen. Als je namelijk het Poolse publieke debat volgt in 1996, dan werd Rusland hier openlijk als ‘het gevaar’ bestempeld. [64] Kuzio vulde Lieven aan: hij beargumenteerde dat in Polen en in mindere mate ook in Hongarije men bevreesd was dat bij de gevallen grootmacht de drang zou opkomen om zich te herbewapenen en daarmee een potentiële dreiging zou vormen voor de Visegrád-landen. Jeltsin probeerde de zorgen weg te nemen door garanties te verlenen, maar dit was onvoldoende voor Polen, analyseerde Kuzio.[65]                                                                                                   

 

Roland Dannreuther, hoogleraar internationale en geopolitieke betrekkingen, schreef in 1997 een rapport voor de NAVO over de implicaties van de NAVO-uitbreiding. In zijn kritische rapport stelde hij onder andere dat de NAVO rekening moest houden met de Russische perceptie en dat het voor Rusland essentieel was om als gelijkwaardig behandeld te worden. De NAVO-uitbreiding hield geen rekening met hoe de Sovjetunie uit elkaar was gevallen. In tegenstelling tot de val van andere grootmachten, viel de Sovjetunie zonder militair verlies uiteen. Hierdoor was het gevoel van Russisch exceptionalisme nog altijd springlevend en daarom moest de NAVO voorzichtig zijn en uitkijken om niet de Russische trots te krenken. Daarnaast was het belangrijk om de Russische mentale geopolitiek te begrijpen. Rusland heeft altijd behoefte gehad aan een bufferzone tegen een externe dreiging. De NAVO-uitbreiding liet de NAVO grenzen aan Kaliningrad en dit werd ervaren als een dreiging voor de nationale veiligheid. Maar de daadwerkelijke kritiek op de NAVO-uitbreiding ging volgens Dannreuther niet om de feitelijke uitbreiding, maar om de manier waarop de Russische bezwaren volledig genegeerd werden. Rusland ervoer een veiligheidserosie, maar de Poolse veiligheidsbelangen werden zwaarder gewogen dan de Russische en dit zette de verhoudingen tussen het Westen en Rusland op scherp.[66]                                                                                                                            

Pushkov wees ook op het punt dat het gevoel bestond dat Rusland deze NAVO-uitbreiding zag als het schenden van de afspraken die Helmut Kohl en Gorbatsjov overeenkwamen. Namelijk dat de NAVO niet verder naar het oosten zou uitbreiden.[67] Kramer verklaarde echter waarom deze belofte in een andere historische context moet worden beoordeeld.[68] Maar in een verhit populistisch klimaat was er geen ruimte voor zulke nuances en daarom was het aan Clinton om ervoor te zorgen dat deze zorgen werden weggenomen. In januari 1994 schreef Amerikaans-Russische advocaat, Phillip Zelikow een essay in Foreign Policy, waarin hij de regering Clinton erop wees dat niet Jeltsin en Lukin overtuigd moesten worden, maar het Russische electoraat, omdat Jeltsin aan hen uiteindelijk verantwoording schuldig is.[69]                                                                                                                                                   

Op 24 februari 1998, een jaar voordat de NAVO-uitbreiding voltooid zou worden, stelde Lukin die inmiddels voorzitter van de Doema was geworden dat Rusland zich aangevallen voelde door de aanstaande NAVO-uitbreiding. Hij zei dat Rusland zich geïsoleerd voelde, omdat de NAVO-uitbreiding Rusland vervreemde van andere voormalige Warschaupactlanden. Lukin vulde hieraan toe dat het probleem niet de uitbreiding van de NAVO was, maar hoe de zorgen van Rusland over hun veiligheid als ‘minder’ werden beschouwd dat de veiligheidszorgen van Polen. De Verenigde Staten beschouwde dus de Poolse belangen als ‘rechtvaardiger’, dan die van Rusland.[70]                                        

Radchenko die ook het Pools machtig is, schreef in zijn essay dat in de Poolse media eind jaren negentig sterk de nadruk lag op het feit dat Polen snel moest handelen. Dit kwam vooral omdat de nationalisten in Rusland de derde partij geworden waren na de parlementsverkiezingen en met imperialistische leuzen haar verkiezingswinst behaalden. Daarom moest Polen zo snel als kon NAVO-lid worden.[71] Lukin echter, wierp de vraag op waarom de Poolse zorgen voor hun nationale veiligheid als belangrijker werden beoordeeld, dan de zorgen over een Russisch diplomatie-isolement. Bovendien was het volgens directeur van strategische en militaire analyses in Moskou, Alexander Konovalov, een illustratie dat Washington de hoop op een democratische transitie van Rusland had laten varen en anticipeerde op hernieuwde spanningen.[72] Lukin stelde mogelijk daarom dat het wellicht in het Russische strategische belang is om juist kernwapens te behouden en zich te herbewapenen, zodat Rusland haar veiligheid in de toekomst kon blijven garanderen.[73]           

 

Lieven betoogde dat zelfs liberale Russen, zoals Lukin en Jeltsin nationalistische retoriek gingen gebruiken. Bijna alle politici in Rusland waren bevreesd voor een Russofobische houding en een dreigend diplomatiek isolement.[74] McGwire stelde in 1998 dat het Westen wel kon zeggen dat de NAVO-uitbreiding niet tegen Rusland was gericht, maar in de Poolse media werd de NAVO-uitbreiding expliciet als verdedigingsmechanisme tegen Russische imperialisme verkocht aan het Poolse electoraat en daarom was de NAVO-uitbreiding voor Polen essentieel.[75] Deze conclusie werd door Clintons topdiplomaat Anthony Lake in zijn memoires ondersteund; hij bevestigde dat de NAVO-uitbreiding gericht was op neo-containmentpolitiek om zodoende Rusland af te schrikken.[76] Hubert Smeets stelde ik de vraag in hoeverre hij dacht dat de eerste NAVO-uitbreidingsronde een geopolitieke dreiging was. Hij stelde dat dit een logisch gevolg was van de soevereiniteit die de Visegrád-landen verworven hadden, sinds de val van het communisme.[77]                                                         

De Russische schrijver Dimitri Kostantinovich Simes stelde echter dat de ontwikkeling van de NAVO ‘natuurlijk’ moest gaan en niet gehaast, zoals nu gebeurde. Hij refereerde hier aan de uitspraken van de Poolse regering over het snelle handelen: naar aanleiding van de nationalistische verkiezingswinst in Rusland vreesde Polen neo-imperialistische neigingen bij Rusland. Deze zorg deelde Clinton Jeltsin ook mee.[78] Het klopt dat in het Poolse belang was om lid te worden van de NAVO. Het gevolg was echter dat Rusland hierdoor het idee kreeg dat ze werden weggezet als wilde imperialisten. Precies, zoals David Schimmelpenninck beschreef over het Westerse narratief van ‘de Russische wilden.’[79] Het Russische mediaoffensief wist vooral westerse academici, zoals Lieven te overtuigen. Het werd eind Jaren negentig duidelijk dat Russische politici aan de ene kant en Atlantische politici aan de andere kant een totaal verschillend referentiekader hadden. Doemavoorzitter Lukin was hiervoor illustratief:  hij werd als een pro-Amerikaanse politicus beschouwd, maar uitte stevige kritiek op de NAVO-uitbreiding sinds 1998.

 

Conclusie

Rusland kampte sinds 1992 al met ernstige binnenlandse problemen. Deze waren vooral economisch, constitutioneel en zelfs militair van aard. Toch waren dit niet de belangrijkste factoren die de Russische oppositie tegen de NAVO-uitbreiding verklaarden. De belangrijkste factor was dat de Russische identiteit als grootmacht werd aangetast, doordat Rusland vreesde dat een nieuwe NAVO-uitbreiding ook Oekraïne zou omvatten en dat zou een directe aanval op de nieuwe Russische identiteit zijn. Deze nieuwe identiteit was gebaseerd was op verbroedering van het Oosters-orthodoxe geloof en tegelijkertijd op het vasthouden aan het beeld van Rusland als grootmacht en wereldheerser, zoals uit de analyses van van Götz en Kuzio bleek. De eerste deelvraag was, hoe de binnenlandse context de houding van Rusland tegenover de NAVO-uitbreiding beïnvloedde. In Rusland werd de NAVO-uitbreiding dus vooral als een aanval op de Russische identiteit beschouwd.  

Aanvankelijk leek me de tweede deelvraag -in hoeverre de geopolitieke belangen van Rusland bedreigd werden door de NAVO-uitbreiding- een vraag die ondubbelzinnig bevestigend beantwoord zou worden. Bijna alle Russische analisten zagen echter geen militaire dreiging ontstaan voor Rusland, omdat een bufferzone een strategie van het verleden was. Rusland werd dus geopolitiek niet bedreigd door de NAVO-uitbreiding. De internationale kwestie die hierin wèl belangrijk werd was dat Rusland zich enerzijds diplomatiek geïsoleerd voelde worden, omdat haar veiligheidsbelangen als minder belangrijk werden geacht dan de Poolse belangen. Anderzijds voelde Rusland dat de vertrouwensband tussen Moskou en Washington zo’n grote deuk had opgelopen, omdat Moskou het idee dat Rusland niet als gelijkwaardig werd gezien in het Westen. Dit verklaarde vooral de agressievere oppositie tegen de NAVO-uitbreiding eind jaren negentig.                                               

Tot slot probeerde Rusland haar zorgen over de NAVO-uitbreiding aan te kaarten bij de regering Clinton, maar dit leek niet te werken. Aanvankelijk wilde Rusland zelfs lid worden van de NAVO, maar topdiplomaten stelden achteraf dat de NAVO-uitbreiding gericht moest zijn op een neo-containmentpolitiek tegen Rusland. Russische wetenschappers, diplomaten en auteurs deden een poging om het Europese en Amerikaanse publiek van hun zorgen te overtuigen, zodat er indirect druk op Clinton kon ontstaan. Rusland had sterk het gevoel dat de NAVO-uitbreiding tegen hen was gericht als potentiële vijand. Kijkend naar het Hongaarse en Poolse mediadiscours, werd dit ook openlijk gezegd. Daarnaast vreesde Rusland dat ze in een politiek isolement belandden als de Russische zorgen niet serieus genomen werden. Allereerst leek het erop dat de NAVO-uitbreiding op Rusland was gericht als agressor en ten tweede werd er geen rekenschap gehouden met de behoefte van Rusland voor een gezamenlijke veiligheidsstructuur. Jeltsin had eind 1993 een brief gestuurd naar het Amerikaans congres om aan te bieden dat Rusland de veiligheid van alle voormalige Warschaupact-lidstaten zou garanderen. Russische diplomaten en wetenschappers probeerden via Foreign Policy hun zorgen te openbaren om waarschijnlijk invloed uit te oefenen op het westerse electoraat. Uiteindelijk wist dit media-offensief de Amerikaanse politiek niet direct te beïnvloeden, maar wel om westerse academici, zoals Anatol Lieven en Taras Kuzio ervan te overtuigen dat de uitbreiding van de NAVO ook zijn keerzijde had en de veiligheid in Oost en centraal Europe zelfs kon verslechteren in plaats van verbeteren. Dit was juist het doel van de NAVO-uitbreiding.

 

Kortom, de Russische oppositie is dus te verklaren aan de hand van dat het aanvankelijk optimisme veranderde, doordat Ruslands verwachtingen van het Westen niet werden waargemaakt. Het partnerschap ontaardde in een vernedering en Ruslands wens voor een gezamenlijke veiligheidsstructuur kwam ook niet van de grond. Bovendien zorgde de potentiële NAVO-toetreding van Polen erdoor dat er een agressieve anti-Rusland retoriek opkwam. Hierdoor voelde Rusland zich in hun ogen onterecht als de vijand bestempeld en werden zelfs pro-Amerikaanse politici, zoals Vladimir Lukin, tegenstander de NAVO-uitbreiding. Voor de Russische publieke opinie was het daarom belangrijk om samen met de Verenigde Staten een veiligheidsstructuur op te bouwen, zodat Rusland diplomatiek niet geïsoleerd werd. Toen de NAVO in 1999 Servië bombardeerde en ze dit als een  overwinning voor de democratie bestempelden, lijkt het mijns inziens dat het laatste sprankje hoop voor de gezamenlijke veiligheidsstructuur definitief te zijn vervlogen. Zelfs de meest prowesterse Russen kregen toen het idee dat Rusland nooit onderdeel van de Atlantische familie kon worden.  


 

Primaire bronnen

 

Archieven

Bill Clinton Library: https://clinton.presidentiallibraries.us/

National Security Archive: https://nsarchive.gwu.edu/

NAVO Rapporten: https://www.nato.int/

 

Essays en artikelen

Doegin, A., Osnovy geopolitiki: Geopoliticheskoe budushchee Rossii (Moskou 1997).

Kuzio, T.,  ‘Nato Enlargement: The View from the East.’, European security 6;01 (maart 1997) 48–62.

Lieven, A., ‘Opposition to NATO Expansion’, Royal Institute of Foreign Affairs 51;10 (1995) 196-199.

Nijehuis, H., ´Oorlog in centrum Moskou, 500 doden in Witte Huis gemeld; Jeltsins leger bestormt parlement´, NRC-Handelsblad (4 oktober 1993).

 

Oral History

Vladimir Lukin, Press meeting, 24 februari 1998. http://www.bu.edu/globalbeat/pubs/ib28.html

Hidde Bouwmeester, interview met Hubert Smeets, 6 december 2020.

 

 

Kranten

NRC-Handelsblad: www.nrc.nl

Associated Press: www.Ap.com

Los Angelos Times: https://www.latimes.com/

The Atlantic: https://www.theatlantic.com/

New York Times: https://www.nytimes.com/

The Intercept: https://theintercept.com/

 

Rapporten

Dannreuther R., ‘Russian Perceptions of the Atlantic Alliance’, Final Report for the NATO Fellowship - 1995-1997 (1997) https://www.nato.int/acad/fellow/95-97/dannreut.pdf

 

 

 

 

Secundaire literatuur

 

Bagger, H., ‘The Study of History in Russia During the Post-Soviet Identity Crisis’, Scando-slavica 53;01 (april 2007) 109–125.

Dunlop, J.B., ‘Aleksandr Dugin's Foundations of Geopolitics’, The Europe Centre (31 januari 2004). In:

Duk, W., Poetin. Straatvechter bedreigt de wereldorde (Amsterdam 2014).

Gorskii, V., The Russian Debate, Final rapport - Russian-NATO relations (Moskou 2001). https://www.nato.int/acad/fellow/99-01/gorskii.pdf

Götz, E., ‘Explaining Russia's Opposition to NATO Enlargement:: Strategic Imperatives, Ideas, or Domestic Politics?’ In: Daniel Hamilton en Kristina Spohr eds., NATO and Euro-Atlantic Security after the Cold War (2019) 481-494.

Haagsman, Y., ‘De eerste Tsjetsjeense Oorlog’, Slavische Studies (15 oktober 2012).

Jansen, M., Grensland. Een geschiedenis van Oekraïne (vierde herziene druk; Amsterdam 2014).

Kramer, M., ‘The Myth of a No-NATO-Enlargement Pledge to Russia’, The Washington quarterly 32;02 (april 2009) 39–61.

Oversloot, H., De verwoesting van Rusland. Een politieke geschiedenis van Andropov tot Poetin (Amsterdam 2017).

Radchenko, S., ‘Nothing but humiliation for Russia: Moscow and NATO’s eastern enlargement, 1993-1995, Journal of strategic studies 01;01 (september 2020) 1-47.

Schimmelpenninck, D., Russian Orientalism: Asia in the Russian Mind from Peter the Great to the Emigration (Londen 2010).

Shermann, P., ‘The sources of Russian conduct: understanding Russian foreign policy, Review of International studies 27;02 (2001).

Sidorov, D., ‘Post-Imperial Third Romes: Resurrections of a Russian Orthodox Geopolitical Metaphor.’ Geopolitics 11;02 (juli 2006).

Smeets, H., ‘Lotgenoten; een goede Rus is nooit tevreden’, NRC-handelsblad (20 maart 1993).

Stent ,A., Het Rusland van Poetin. Rusland tegen het Westen vert.Conny Sykora (Amsterdam 2019).

 



[1] UB New York St.Louis, archief Bill Clinton administration (alleen digitaal beschikbaar) document ID: 9300052, transcriptie van staatsbezoek Bill Clinton aan Moskou 28 januari 1993.

[2] Reuters, ‘NATO denies Belarus claim of military buildup, but watching situation’ (16 augustus 2020).

[3] ‘NATO Expansion: What Gorbachev Heard’, (Washington, december 2017).  https://nsarchive.gwu.edu/briefing-book/russia-programs/2017-12-12/nato-expansion-what-gorbachev-heard-western-leaders-early

[4] Hans Oversloot, De verwoesting van Rusland. Een politieke geschiedenis van Andropov tot Poetin (Amsterdam 2017) 153-163.

[5] Duk, Straatvechter, 40-50.

[6] Ibidem.

[7] Youssou Haagsman ‘De eerste Tsjetsjeense Oorlog’, Slavische Studies (15 oktober 2012).

[8] Oversloot, De Verwoesting, 159-171.

[9] Hans Nijehuis, ´ Oorlog in centrum Moskou, 500 doden in Witte Huis gemeld; Jeltsins leger bestormt parlement´, NRC-Handelsblad (4 oktober 1993).

[10] Oversloot, De Verwoesting, 159-171.

[11] Taras Kuzio, ‘Nato Enlargement: The View from the East.’, European security 6;01 (maart, 1997) 48–62.

[12] Peter Shermann ‘The sources of Russian conduct: understanding Russian foreign policy, Review of International studies 27;02 (2001).

[13] David Schimmelpenninck, Russian Orientalism: Asia in the Russian Mind from Peter the Great to the Emigration (Londen 2010) 2-3.

[14] Vyacheslav Gorskii, Problems and Prospects of NATO-Russia Relationship:

 the Russian Debate, Final rapport - Russian-NATO relations (Moskou 2001) https://www.nato.int/acad/fellow/99-01/gorskii.pdf

[15] Oversloot, De Verwoesting, 159-171.

[16] Gotz, ‘Russia’s opposition’, 481-494.

[17] Eliaz Gotz, ‘Explaining Russia's Opposition to NATO Enlargement:: Strategic Imperatives, Ideas, or Domestic Politics?’ In: Daniel Hamilton en Kristina Spohr eds., NATO and Euro-Atlantic Security after the Cold War (2019) 481-494.

[18] Hans Bagger, ‘The Study of History in Russia During the Post-Soviet Identity Crisis’, Scando-slavica 53;01 (april 2007) 109–125.

[19] Marc Jansen, Grensland. Een geschiedenis van Oekraïne (vierde herziene druk; Amsterdam 2014) 12-24.

[20] Kuzio, ‘NATO enlargement’, 48-62.

[21] Bill Clinton, toespraak namens de NAVO, Detroit 22 oktober 1996, https://www.nato.int/docu/speech/1996/s961022a.htm

[22] Gotz, ‘Russia’s Opposition’, 481-494.

[23] Anatol Lieven, ‘The New Iron Curtain, The Atlantic (1 januari 1996).

[24] Lieven, ‘New Iron Curtain’.

[25] Gotz, ‘Russia’s Opposition’, 481-494.

[26] Alexander Lebed, Wall Street Journal (20 november 1996). 

[27] Ibidem. 

[28] UB New York St.Louis, archief Bill Clinton administration (alleen digitaal beschikbaar) document ID: 209785, transcriptie van gesprek Bill Clinton en Boris Jeltsin in de St.Catharina hal in Moskou 10 mei 1995. 

[29] Anatol Lieven, ‘Opposition to NATO Expansion’, Royal Institute of Foreign Affairs 51;10 (1995) 196-199.

[30] Angela Stent, Het Rusland van Poetin. Rusland tegen het Westen vert.Conny Sykora (Amsterdam 2019) 144-146.

[31] Jansen, Grensland, 7-11.

[32]Lieven, ‘New Iron Curtain’.

[33] Ibidem.

[34] UB George Washington University, (alleen digitaal beschikbaar), document ID: 931D87, transcriptie van de gesprekken tussen Michael Gorbachov en James Baker over de hereniging van Duitsland, 9 februari 1990. 

[35] Lieven, ‘Opposition to NATO Expansion’, 196-199.

[36] Ibidem.

[37] Mark Kramer ‘The Myth of a No-NATO-Enlargement Pledge to Russia’, The Washington quarterly 32;02 (april 2009) 39–61.

[38] Alexei K.Pushkov, ‘Don't Isolate Us: A Russian View of NATO Expansion’, National Intrest 47;01 (april 1997) 58-63.

[39] Gotz, ‘Russia’s Opposition’, 481-494.

[40]Pushkov, ‘Don't Isolate Us’, 58-63.

[41] Archief U.S departement of State, archiefnummer: M-2206-01499, documentnummer: C17533698, brief Boris Jeltsin aan het Huis van Afgevaardigden op 10 januari 1993, gepubliceerd door de U.S. departement of state 15 mei 2016. 

[42] Steve Warren, NATO speech, getranscribeerde toespraak (Brussel 1 december 1994). https://www.nato.int/docu/speech/1994/s941201b.htm

[43] Pushkov, ‘Don't Isolate Us’, 58-63.

[44] Kuzio, ‘NATO enlargement’, 48-62.

[45] Brief van Jeltsin aan het huis van Afgevaardigden, 10 januari 1993.

[46] Hidde Bouwmeester, interview met directeur van Raam op Rusland Hubert Smeets, 6 december 2020.

[47] Archief Bill Clinton, gesprek met Boris Jeltsin,(online bestudeerd) doosnummer: 1100, documentnummer: 9602963, 1 mei 1996.

[48] Stent, Poetin, 144.

[49] Ibidem, 146.

[50] UB New York St.Louis, archief Bill Clinton administration (alleen digitaal beschikbaar) document ID: 9300052, transcriptie van staatsbezoek Bill Clinton aan Moskou 28 januari 1993.

[51] Sergey Radchenko, ‘Nothing but humiliation for Russia: Moscow and NATO’s eastern enlargement, 1993-1995, Journal of strategic studies 01;01 (september 2020) 1-47.

[52] Staatsbezoek Bill Clinton aan Moskou 28 januari 1993.

[53] UB New York St.Louis, archief Bill Clinton administration (alleen digitaal beschikbaar) document ID: 9300052, transcriptie van staatsbezoek Bill Clinton aan Moskou 28 januari 1993.

[54] Sergey Radchenko, ‘Nothing but humiliation for Russia: Moscow and NATO’s eastern enlargement, 1993-1995, Journal of strategic studies 01;01 (september 2020) 1-47.

[55] Ibidem.

[56] Gorskii, Final rapport - Russian-NATO relations.

[57] Dimitri Sidorov ‘Post-Imperial Third Romes: Resurrections of a Russian Orthodox Geopolitical Metaphor.’ Geopolitics 11;02 (juli 2006): 317–347.

[58] John B. Dunlop, ‘Aleksandr Dugin's Foundations of Geopolitics’, The Europe Centre (31 januari 2004). In: Alexander Doegin, Osnovy geopolitiki: Geopoliticheskoe budushchee Rossii (Moskou 1997).

[59] James A. Baker, ´Expanding to the East: A New NATO : Alliance: Full membership may be the most sought-after ‘good’ now enticing Eastern and Central European states--particularly, Russia.´ Los Angelos Times (5 december 1993).

[60] Interview Smeets.

[61] Hubert Smeets, ‘Lotgenoten; een goede Rus is nooit tevreden’, NRC-handelsblad (20 maart 1993).

[62] Lieven, ‘The new Iron curtain’.

[63] Transcriptie van staatsbezoek Bill Clinton aan Moskou 28 januari 1993.

[64] Lieven, ‘The new Iron curtain’.

[65] Kuzio, ‘NATO enlargement’, 48-62.

[66] Ronald Dannreuther, ‘Russian Perceptions of the Atlantic Alliance’, Final Report for the NATO Fellowship - 1995-1997 (1997) https://www.nato.int/acad/fellow/95-97/dannreut.pdf

[67] Pushkov, don’t isolate us’.

[68] Kramer ‘The Myth’, 39–61

[69] Philip Zelikow, ‘Beyond Boris Jeltsin’, Foreign Policy (januari 1994).

[70] Press briefing Vladimir Lukin, 24 februari 1998. http://www.bu.edu/globalbeat/pubs/ib28.html

[71] Radchenko, ‘Nothing but humiliation’. 

[72] Acciocated Press, ‘NATO'S EXPANSION PLANS IN E. EUROPE RAISE IRE IN MOSCOW, (21 september 1995).

[73] Lukin, Press briefing.

[74] Lieven, ‘The new Iron curtain.’

[75] Michael McGwire, ‘NATO expansion: a policy error of historical importance’, Review of International Studies 24;01 (1998) 23-42

[76] Radchenko, ‘Nothing but humiliation’. 

[77] Interview Hubert Smeets

[78] Dimitri Kostantinovich Simes, ‘The Return of Russian History’, Foreign Policy 73;01 (1994) 67-82.

[79] Schimmelpennick, Russian Orientalism.